In de macht van mijn telefoon

Mijn goede voornemen voor 2017 was om niet (veel) meer op social media te kijken. De laatste weken betrapte ik mezelf erop dat ik het toch weer erg vaak deed. Wellicht omdat het de stressvolle tijd van het einde van de periode was en mijn uitstelgedrag me naar de sociale kanalen bracht. Ik werd me er ook van bewust dat ik wel erg vaak op WhatsApp keek, vaak zelfs zonder reden.

Ik lees de laatste tijd veel artikelen waaruit naar voren komt dat we zoveel op onze telefoon zitten. “Burn-out door smartphone” bijvoorbeeld, waarin wordt gesteld dat we veel druk ervaren door onze smartphone. Een Nederlander kijkt gemiddeld vijf keer per uur op het beeldscherm en sommige gaan er zelfs mee naar bed volgens het artikel in Jij&Wij. Het is een stoorzender waardoor we ons voortdurend laten onderbreken. Dit belemmert volledige focus op dat waar we mee bezig zijn, grenzen tussen privé en werk vervagen. Meerdere malen per dag je telefoon wegleggen of uitzetten zou zorgen voor rust en ruimte in je hoofd, waardoor je je volledig kunt concentreren op dat waar je mee bezig bent.

Inderdaad, waarom zou ik vlak voor het slapen nog mijn schoolmail checken? Ik kan er op dat moment toch niets mee, het zorgt alleen maar voor onrust in mijn hoofd. Waarom zou ik in het college een vriendin appen? Zelfde effect.

Het verschil zit hem in ‘daadwerkelijk druk zijn, of het gevoel hebben druk te zijn’. De grootste boosdoeners en vervuilers van onze vrije tijd zijn je smartphone en laptop volgens Jij&Wij. We kijken erop ter ontspanning, maar je ontspant juist niet omdat je geen focus hebt.

Dit alles maakt dat ik er voor koos om meerdere malen per dag even niet bereikbaar te zijn en tijd te hebben voor mezelf. Mijn laatst-gezienstatus dient hierbij als sociale controle, ook zie ik het zo als een wedstrijdje met mezelf om zo lang mogelijk WhatsApp niet te openen.

De grote test: maandagavond om 22.00 uur heb ik mijn telefoon op vliegtuigstand gezet, dinsdagmiddag om 14.00 uur haalde ik hem er weer vanaf. Het effect? Om 12.00 uur had ik het idee dat het al het einde van de middag was, omdat ik al zoveel had gedaan die dag. Ik stond niet per se vroeg op, maar heb mijn ochtend toch heel productief kunnen besteden. Mijn college duurde van 11.00 tot 13.00 uur. In de pauze had ik heel erg de neiging om op mijn telefoon te kijken, maar ik onderdrukte dit, wetende dat ik de tweede helft van het college alleen maar afgeleid zou zijn door wat ik in de pauze op mijn telefoon zou hebben gezien. Toen ik mijn internet weer aanzette, had ik zeventig berichten op WhatsApp, vier Facebookmeldingen en nog wat meldingen op andere apps. En weet je, er zat dus (bijna) helemaal niets urgents tussen (behalve een voorstel voor een date diezelfde avond). Ik had dus net zo goed nog drie uur kunnen wachten, ware het niet dat precies op het moment dat ik mijn internet weer activeerde een vriendin een appje stuurde omdat ze in nood zat. Kijk, als er dus wél iets is, voel ik dat blijkbaar gewoon aan. Ik wilde eigenlijk na mijn college thuis weer aan de studie, maar dat is er niet echt van gekomen. Vanaf het moment dat ik mijn internet aanzette was ik ruim twee uur lang afgeleid. Twee uur die ik eigenlijk gewoon heb verspild.

Sindsdien heb ik een tijdje mijn telefoon elke avond rond 22.00 uur weggelegd en in de loop van de volgende ochtend keek ik er pas weer op. Aan de ene kant geeft het rust, maar ik ben nu nog zo bewust aan het niet-kijken dat er een ander soort onrust voor terugkomt.

Het is inmiddels een paar weken later en ik ben (niet zonder reden) weer een beetje terug bij af. In 2018 wordt dit weer een van mijn voornemens. Ik merk namelijk wel degelijk dat mijn telefoon me enorm afleidt, dat het meer een reflex is om erop te kijken dan een werkelijk verlangen en dat het een bron van tijdverspilling is. Daar wil ik vanaf. Om mezelf een beetje te helpen zou ik mijn Instagramaccount kunnen verwijderen en de Facebookapp van mijn telefoon verwijderen. Bij poging één, begin dit jaar, heb ik voor de minder extreme vorm gekozen en de apps verstopt in mijn telefoon, in een mapje in een mapje. Het hielp even, maar mijn vingers vinden nu weer net zo makkelijk de weg naar Facebook als voorheen. Dit vraagt om drastische maatregelen… Op naar poging nummer drie.

Bron: Kronenberg, M. (2017). Burn-out door smartphone. Jij&Wij, (14), p. 15.

2 gedachtes over “In de macht van mijn telefoon

  1. Pingback: Een dagje offline | Jardloopster

Geef een reactie op De vader Reactie annuleren